De publieke discussie over prostitutie is door de EO-reeks Jojanneke in de prostitutie de laatste weken weer flink opgelaaid. De serie toont de mensonterende praktijken die plaatsvinden in de prostitutiesector en was voor CDA en ChristenUnie in Groningen aanleiding om te pleiten voor een minimumleeftijd voor prostituees. In de hitte van de discussie wordt de acceptatie van prostitutie en het opkomen voor de rechten van sekswerkers vaak gelijk gesteld aan het gedogen van mensenhandel. Maar om mensenhandel aan te pakken is wel wat meer nodig dan het simpelweg verhogen van de minimumleeftijd voor prostituees.

Ik herinner me nog goed de jonge vrouw uit Taiwan. Via containers verhandeld naar Nederland. Geen daglicht gezien gedurende de tocht die haar naar een voor haar totaal onbekend continent bracht. Bij de grensovergang met Nederland werd ze onderschept en door de politie naar de vrouwenopvang in Groningen gebracht. Daar verbleef ze ruim een jaar, eenzaam dolend door de gangen van het opvanghuis waar ik werkzaam was. Ze had geen paspoort, wat haar terugkeer vrijwel onmogelijk maakte. Dankzij de samenwerking tussen alle betrokken organisaties en specialistische zorg konden de daders worden opgespoord, kon er iets gedaan worden aan de bron van het probleem, kon er gewerkt worden aan een perspectief voor deze vrouw. Slachtoffers van mensenhandel verdienen onvoorwaardelijke opvang en ondersteuning, ongeacht of zij aangifte willen of durven te doen tegen de daders. Ook moeten we ons niet blindstaren op de seksindustrie: mensenhandel speelt zich ook af in andere sectoren, als de land- en tuinbouw, schoonmaak, horeca en bouw. Dit alles maakt de aanpak ervan tot een helse klus en vraagt om voortdurende aandacht van de politiek en van alle betrokken instanties.

Hoewel prostitutie geen synoniem is voor mensenhandel, is de seksindustrie er wel kwetsbaar voor. In Groningen zijn honderdvijftig ramen vergund, waarvan zestig procent op dit moment is bezet. Achter vijf ramen werken vrouwen in de leeftijd van 18 tot 21 jaar. Met het voorstel van CDA en ChristenUnie om de minimumleeftijd voor prostituees te verhogen naar 21, maak ik mij zorgen over het lot van deze vijf. Wat gaat er met ze gebeuren? Verdwijnen ze in het illegale circuit, waar we met z’n allen nog minder grip op hebben? Worden ze verhandeld naar andere plekken in of buiten ons land? En dan? In plaats van ze strafbaar te stellen, zouden we ze moeten vragen wie ze zijn, hoe het met ze gaat en hoe ze daar terecht zijn gekomen. Om zo, wanneer zich misstanden voordoen of hebben voorgedaan, hen te kunnen helpen en ondersteunen. 

Met het opheffen van het bordeelverbod in 2000 is getracht de positie van sekswerkers te verbeteren. Om uitbuiting en misbruik tegen te gaan. Maar er moet meer gebeuren om de situatie van prostituees te verbeteren. Een eerste stap zou zijn om de vrijheid, veiligheid, gezondheid en arbeidsomstandigheden van prostituees expliciet op te laten nemen in de gemeentelijke vergunning. Exploitanten moeten direct verantwoordelijk worden gesteld voor misstanden die in hun bedrijf plaatsvinden, ook als die niet door henzelf worden gepleegd. In Amsterdam wordt een bordeel door sekswerkers zelf bestuurd, ook dat zou tot de mogelijkheden moeten behoren. Zo’n bordeel zou moeten gaan samenwerken met andere bonafide bordeelhouders in Groningen die mogelijk al veel langer ervaring hebben met het aanpakken van problemen waar sekswerkers mee dealen. De gemeente kan zich vervolgens samen met de industrie richten op de rotte appels.

Voor een deel van de vrouwen geldt dat ze leningen zijn aangegaan via de mensen die ze exploiteren. De gemeente zou uitstapmogelijkheden moeten onderzoeken, waarbij ook gekeken wordt naar deze financiële afhankelijkheid, en dit onderdeel  maken van regulier gemeentelijk prostitutiebeleid.

In de raadscommissie Financiën & Veiligheid van 3 maart wordt het voorstel van CDA en ChristenUnie besproken over de minimumleeftijd van prostituees. GroenLinks zal deze bespreking aangrijpen om het probleem van mensenhandel in een breder perspectief te plaatsen en daarbij bovengenoemde overwegingen en voorstellen inbrengen. Een gemeenteraad die er op gebrand is misstanden tegen te gaan, kan er meteen mee aan de slag.

Dit opinieartikel verscheen donderdag 19 februari in het Dagblad van het Noorden.