Ons doel is Groningers beter in staat te stellen samen een duurzame, inclusieve, gezonde, eerlijke, groene, innovatieve en initiatiefrijke gemeente te maken. We sluiten daarvoor een nieuw maatschappelijk akkoord over zeggenschap en buurtrechten met koepels, verenigingen en groepen. We vergroten zo mede-eigenaarschap van wat er in de gemeente en in buurten en wijken gebeurt.

GroenLinks wil...

  1. Gebiedsgericht werken door de gemeentelijke organisatie krachtig te versterken. In wijken komen gemeentelijke plannen en de uitvoering van beleid bij elkaar, want dat is dé plek waar we integraal kijken naar wat mensen in een wijk of dorp nodig hebben. We vergroten de mogelijkheden van gebiedsmanagers om ambtelijke verkokering te doorbreken en integraler werken te stimuleren. Met de leefwereld van inwoners, organisaties en ondernemers als vertrekpunt wordt gemeentelijk beleid en worden gemeentelijke budgetten zoveel mogelijk gebiedsgericht en integraal. 
  2. Buurten, wijken en dorpen meer zeggenschap geven over hun eigen voorzieningen; over buurthuizen, zorg, meedoen in het kader van participatiewet, inrichting van de leefomgeving. We versterken het ‘Right to Challenge’ door initiatieven in wijken nadrukkelijk uit te nodigen een bod te doen, hen een voorkeursrecht te geven en per wijk transparant te zijn over de beschikbare middelen en de gewenste en geleverde prestaties. 
  3. Buurtinitiatieven honoreren op het gebied van bijvoorbeeld zorg, energie, leefomgeving, ontmoeting, mobiliteit, opleiding, werk en cultuur. We geven de ruimte aan nieuwe democratische experimenten. We dringen daarbij aan op inclusiviteit en diversiteit van alle participanten. 
  4. De positie van dorpen versterken: juist daar zijn van oudsher netwerken actief die met name gericht zijn op de lokale gemeenschappen. De gemeente organiseert voor zij met eigen plannen komt eerst het gesprek over wat nodig is, wat gewenst wordt en wat men zelf — met steun — kan organiseren. Waar mogelijk wordt die aanpak uitgebreid naar stedelijke wijken. 
  5. Inwoners het ‘Right to Plan’ geven bij plannen voor de fysieke omgeving en bij vrijkomende gebieden of gebouwen. Waar nodig betekent dat, dat de gemeente grondposities kan innemen of gebouwen koopt om te voorkomen dat commerciële ontwikkelaars inwonersinitiatieven onmogelijk maken.  
  6. In het sociaal domein — zorg, arbeid, onderwijs, inkomen — de adviesorganen van gebruikers uitbreiden en versterken. Deze spreken regelmatig met de gemeenteraad en krijgen meer middelen om hun achterban te organiseren. 
  7. Referenda op dorps-, wijk- en stadsniveau houden als afsluiting van een democratisch traject, waarin het ‘goede gesprek’ volop is gevoerd. Om een dergelijke dialoog tot stand te brengen, betrekt de gemeente alle betrokkenen actief, evenals sleutelfiguren en -organisaties. We maken creatief gebruik van nieuwe communicatiemiddelen en participatiewerkvormen. We gebruiken panels, loting, buurtoplopen, wijkbegrotingen, interviews en enquêtes, etc. passend bij de situatie. 
  8. Dat de stem van kinderen en jongeren goed hoorbaar is. Kinderen en jongeren kunnen prima zelf aangeven wat belangrijk voor hen is: ‘niet over ons, zonder ons’ is de insteek.