Philip Broeksma is voorgedragen als wethouder Verkeer&Vervoer en Energietransitie in het college van de nieuwe gemeente Groningen.
Philip Broeksma (1958) is geboren en getogen in Twente. Hij studeerde Wiskunde en Informatica aan de RUG. Sinds 1994 actief bij GroenLinks, onder andere als raadslid en later wethouder in de gemeente Winsum. Sinds 2017 woont Philip weer in de gemeente Groningen en werkt hij als faculteitsbestuurder en directeur bedrijfsvoering op de faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen.
Philip is een onderwijsman, en heeft lang in verschillende functies gewerkt op vooral de Hanzehogeschool in Groningen. In 2010 wordt hij wethouder (oa. Financiën, Milieu) in Winsum, en is onder ander verantwoordelijk voor een enorme bezuinigingsoperatie in tijden van crisis, en weet diftar succesvol in te voeren. ‘Een van mijn uitgangspunten bij de bezuinigingen was dat de zwakkeren ontzien moesten worden. Dat is door de raad omarmd. Daarnaast wordt diftar uiteindelijk door vriend en vijand geprezen, is het niet vanwege het milieuvoordeel, dan toch wel om het lagere afvalstoffentarief.’
‘Solidariteit en duurzaamheid, dat is voor mij de vertaling van groen en links. En eigenlijk kun je duurzaamheid zien als een vorm van solidariteit, namelijk met de generaties na ons. Daarmee is solidariteit het kernbegrip van mijn politieke denken. We zijn hier samen op de wereld, wat betekent dat we goed met de wereld moeten omgaan, en goed met elkaar - los van waar je geboren bent, in Nederland of elders, met goede kansen of niet. Dat toeval van de geboorte staat op gespannen voet met de inclusieve samenleving.’
Philip is beoogd wethouder Verkeer & Vervoer, Energietransitie, Digitale innovatie & ICT en Dorpswethouder Haren (Glimmen, Haren, Noordlaren, Onnen).
Wetenswaardigheden
Philip maakt graag foto’s en muziek, volgt de verrichtingen van Heracles, heeft vijf (stief- pleeg- en eigen) kinderen, en is sinds 2018 opa van een kleindochter. ‘Zo’n mooi en lief kindje! Ergens wel sneu voor andere opa’s en oma’s dat die niet zo’n mooi kleinkind hebben.’