Oké, ik ben de uitdaging aangegaan. Wie A zegt moet ook B zeggen. Met het idee liep ik al maanden rond, maar nu het zover is staat het zweet op mijn voorhoofd. Wat heb ik gedaan? Een week lang ga ik geen plastic kopen. Dat lijkt makkelijk maar is in de praktijk erg moeilijk. Want hoe koop je vlees, brood, pindakaas, tandpasta? En paraffine om de kaas mag dat nog? Waar houdt het op? 

Menigeen in mijn omgeving moet lachen om mijn uitdaging. Ongetwijfeld denken ze er het hunne van. Pas als RTVNoord mij belt met de vraag of ik in de radio-uitzending van Edwin Pasveer (vanaf circa minuut 9) hierover kan vertellen, bekruipt mij de angst dat ik iets heel geks ga doen.

Maar waarom doe ik het? Omdat ik mij al heel lang stoor aan de hoeveelheid afval die we met z’n allen produceren. Per jaar worden er in Nederland 550 miljoen plastic flesjes weggegooid. Met z’n allen gooien we 26 miljoen kilo plastic tasjes weg (bron www.meldpuntverpakkingen.nl). Enorme aantallen. En veel verpakkingen komen ook vanzelf tot ons. Want probeer nog maar eens een scheermesje in de winkel te kopen zonder zo’n halve boom aan karton en een half vat olie aan plastic eromheen. Het is dus geen wonder dat er een plasticsoep in de zee drijft. En omdat plastic nagenoeg onafbreekbaar is geven we een mooie ongewenste erfenis aan onze kinderen. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben.

Ik ben mijn week uitgerekend nu begonnen omdat gisteren de gemeentelijk actie 100-100-100 is gestart. 100 Huishoudens gaan 100 dagen 100% afvalloos leven. Dat laatste betekent dat maximaal gescheiden wordt. Ook ik doe daar aan mee.

Het is dus van belang dat ik weet wat ik nu weggooi. Dat betekent dat mijn vuilniszak van ongeveer een week op de kop moet. Plastic waait mijn tuin door. Een weeë lucht van yoghurt stijgt op. Daar moeten afwashandschoenen aan te pas komen! Ik weeg mijn vuilniszak. Helemaal nauwkeurig weegt mijn weegschaal niet, maar ik schat dat er zo’n 2,5 kilo klaar staat voor transport naar de ARCG, het afvalbrengstation van de gemeente Groningen aan de Duinkerkenstraat. Ik kom er al gauw achter dat het grootste deel van mijn afval bestaat uit plastic. Vleesbakjes, doppen van karnemelkpakken, broodzakken, plakband etc. etc. Maar hé wat is dat? Twee sokken? Een borrelglaasje? En ik dacht dat ik zo’n trouwe scheider was! Nou, dat kan in ieder geval al in een andere bak.

Ik zie ongedierte naderbij komen. De geur van al dit lekkers overstijgt de angst voor mijn aanwezigheid, denk ik. Het plastic gaat terug in de vuilniszak, samen met een fiks aantal kartonnen Tetra pakken. Kennelijk is ook een halve zak kikkererwten met z’n verpakking mee de prullenbak ingegaan, want de peulvruchten hebben zich in de voegen van mijn terras gewurmd en blijven onwrikbaar achter. Knappe jongen die ze daar weg krijgt. Een aanzienlijk aantal doppen van bierflesjes is makkelijker op te rapen. Gauw in de grijze klikobak. Uiteindelijk blijkt mijn vuilniszak voor 2 kg uit plastic te bestaan en slechts voor 0,5 kg. uit overig afval.

Vandaag is het vrijdag. Niet de dag waarop ik over het algemeen veel boodschappen doe. En dat is maar goed ook, want ik vond dit al confronterend genoeg. Morgen breekt een spannende dag aan. Dan ga ik de winkel in. Misschien is het niet helemaal eerlijk, maar ik ben blij dat ik een voorraad WC-papier in huis heb waar ik nog wel even mee vooruit kan. Ik zou niet weten hoe ik dat anders aan zou moeten vliegen. Misschien net als tijdens mijn eerste fietsvakantie op mijn 16e naar de Ardennen. In een café naar de WC en dan net zo lang draaien tot je een voorraad hebt die precies in je broekzak past. Spannend als je 16 bent maar een beetje gênant op je 49e.

Camera en regie: Femke Folkerts Afspelen op YouTube