Het extra geld van het kabinet voor armoedebestrijding, kan in Groningen vanaf nu definitief aan dat doel besteed worden. Daar heeft de raad in haar vergadering van 2 juli toe besloten. Het geld wordt vooral besteed aan projecten die minima activeren richting de arbeidsmarkt zodat zij zelf hun leven op een duurzame manier kunnen veranderen. En dat is nodig, want heel veel mensen worstelen nu om rond te komen. Zeker in Groningen, dat in de top drie staat van armste steden van Nederland en waar een op de vijf kinderen in armoede opgroeit.

GroenLinks heeft hard gestreden om de middelen ook daadwerkelijk te kunnen behouden voor armoedebestrijding. Zo was er voor de verkiezingen geen meerderheid te vinden om het geld blijvend te reserveren, omdat de toenmalige coalitiepartijen dat niet wilden steunen. Na de verkiezingen heeft GroenLinks er mede voor gezorgd dat het geld behouden kan blijven voor armoedebestrijding.

Met de middelen worden onder meer bestaande regelingen en kortingen in het Kindpakket voortgezet en waar mogelijk uitgebreid. Ook worden (gezonde) schoollunches opgezet en wordt extra geld ingezet om te voorkomen dat kinderen opgroeien in armoede. Er komt een vernieuwende aanpak op het gebied van schuldenpreventie bij jongeren via serious gaming en scholen worden uitgerust om leerlingen die opgroeien in armoede beter te kunnen ondersteunen. Zo kan de focus van deze kinderen weer op het onderwijs komen te liggen.

Tijdens de vergadering heeft de hele raad minus de Stadspartij het college daarnaast verzocht met De Stadse Voedselbank op zoek te gaan naar een structurele oplossing voor de voedseltekorten waar zij op verschillende momenten in het jaar mee te maken hebben. Volgens voorzitter Ulfert Molenhuis is het huidige tekort ontstaan doordat supermarkten de Ten Minste Houdbaar Tot-datum (THT) hebben aangescherpt. Daardoor komt er minder zuivel en gesneden groenten binnen. U kunt zelf ook een bijdrage leveren door voedsel, met name houdbare zuivel, rijst, pasta en babyvoeding naar de Oosterhamrikkade te brengen.