Gisteren sprak de gemeenteraad over de gemeenterekening. De rekening laat een positief resultaat zien van 6,6 miljoen euro, maar het grootste deel van dit geld gaf de raad in dezelfde vergadering alweer uit om een dreigend faillissement van Martiniplaza te voorkomen. GroenLinks fractievoorzitter Benni Leemhuis vroeg in het debat vooral aandacht voor de nieuwe manier waarop de gemeentelijke overheid wil omgaan met haar burgers. Er zijn al wel een aantal voorbeelden te noemen hoe dat zou moeten, maar nog veel te vaak gaat het mis. Recent voorbeeld is de gang van zaken rond de herinrichting van de Vechtstraat. In goed overleg was daar een plan voor gemaakt, maar in de rekening werd dit plan door geldgebrek pardoes op losse schroeven gezet. Het college van B&W zag gelukkig ook wel in dat dat zo niet kon en zegde toe met een oplossing te komen voor de ontbrekende 90.000 euro. Klik door voor de volledige woordvoering van Benni Leemhuis >>
Woordvoering rekening 2013
Benni Leemhuis, 28 mei 2014
Voorzitter,
De behandeling van de gemeenterekening 2013 is voor mijn fractie bijzonder. Want we hebben nogal wat verschillende gezichtspunten om hiernaar te kijken. De begroting 2013 werd in hoofdzaak voorbereid door een college met daarin een GroenLinks-wethouder van financiën: Karin Dekker. Door de tramcrisis viel dat college en kwam er een aanpassing van die begroting door een nieuw college, waar de tram uitgeschreven was. Met enorme inzet slaagde onze fractie er samen met de ChristenUnie in om een tegenbegroting te presenteren met daarin wèl de tram èn met een sluitend meerjarenbeeld. Die tegenbegroting werd namens onze fractie gepresenteerd door Mattias Gijsbertsen, die nu daar zit, en onze wethouder is in een nog maar twee weken oude coalitie waar GroenLinks weer deel van uitmaakt. De tegenbegroting werd verworpen en onze fractie stemde vervolgens voor de begroting waarvan we nu de bijbehorende rekening bespreken. Het kan verkeren!
Voorzitter, de rekening 2013 presenteert een plus van 6,6 miljoen euro. En dat maakt deze rekening ook meteen bijzonder, want voor het eerst sinds een aantal jaren is dat het geval. En hoewel je zou kunnen zeggen dat we net, eerder in deze vergadering, ons al genoodzaakt zagen om eenzelfde bedrag weer uit te geven aan het achterstallig onderhoud in Martiniplaza, is dat toch goed nieuws. Blijkbaar lag er toch een solide begroting en hebben we de afgelopen jaren de juiste ingrepen gedaan, bijvoorbeeld op het gebied van afboekingen. Na drie jaar van afboekingen op grond lijken we nu voorlopig de bodem van het dal te hebben bereikt. Daaraan kunnen we helaas geen zekerheid koppelen. Of we nu uit de economische crisis aan het kruipen zijn of niet – het kabinet lijkt er zich bijvoorbeeld ook geen helder beeld van te kunnen vormen – de risico's op het grondbezit blijven. En er blijven nog veel mensen aangewezen op bijstand omdat ze zonder werk zitten. Precies vandaag meldt het CBS dat er in Nederland weer bijstandsgerechtigden bij zijn gekomen.
Ook de gemeentelijke organisatie zit nog lang niet in rustiger vaarwater. We hebben te maken met de gevolgen van lopende en komende bezuinigingen, de decentralisaties in het sociale domein en de reorganisatie van het gemeentelijk apparaat – ik sprak er al over in de commissie. De komende jaren breken de gouden tijden dus nog lang niet aan. Een goede koers blijft voor de fractie van GroenLinks daarom van groot belang. De juiste balans tussen behoedzaam financieel beleid en de juiste investeringen om de Groninger economie weer de ruimte te geven om uit het dal van de crisis te geraken zal de komende jaren keer op keer gevonden moeten worden. Daarbij dient de basis op sociaal gebied op orde te blijven om alle stadjers voldoende kansen te blijven geven om verder te komen.
Voorzitter, tijdens de verkiezingscampagne was voor mijn partij de nieuwe overheid een belangrijk thema en ook het coalitieakkoord maakt duidelijk dat er grote veranderingen moeten komen in de relatie tussen gemeente en de inwoners van de stad. Letterlijk en overdrachtelijk is er ruimte nodig voor initiatief, met een gemeente die naast de burgers staat, mogelijk maakt en stimuleert. En op dat vlak is mijn fractie ongeduldig! Want al enige tijd spreken we er in dit huis over dat de gemeente anders moet gaan werken, meer ruimte moet bieden aan de stad en stadjers, meer ruimte moet geven voor eigen initiatief en echte betrokkenheid bij de totstandkoming van plannen, meer mogelijk moet maken en niet alles al van te voren moet dichtregelen.
Terugkijkend naar 2013 kun je stellen dat dat op een aantal gebieden gelukt is. De aanpak in Selwerd, waar geëxperimenteerd wordt met een wijkbedrijf is hoopgevend. En over de gebiedsaanpak in Hoogkerk en de wijken Reitdiep, Gravenburg, de Held en Buitenhof, waar gebiedsvisie-avonden werden gehouden en aan de hand van het werkboek Werk aan West visies werden gedeeld, hebben we ook positieve geluiden kunnen horen. Ander mooi voorbeeld is de actieve betrokkenheid van medewerkers van de gemeente bij nieuwe activiteiten zoals de BOOM-borrels waar ondernemers kijken hoe ze maatschappelijk betrokken kunnen zijn bij de Oosterparkwijk en concreet dingen oppakken.
Maar als we terugkijken naar 2013 moeten we helaas constateren dat het nog lang niet zo gaat als we willen. De ambities, ook in het nieuwe coalitieakkoord, zijn torenhoog en terecht. Maar als we kijken naar de praktijk dan kunnen we het nog niet waarmaken. De wijze waarop de gemeente omgaat met het leegstaand gemeentelijk vastgoed en de braakliggende grond is daar een voorbeeld van: nog altijd gebeurt er, ondanks herhaalde oproepen, te weinig met en op het Suikerunieterrein. Zoveel mooie ideeën en zoveel mogelijkheden maar nog altijd zeer magere resultaten. De perikelen rond Backbone050 noemde ik vorig jaar bij de rekening 2012 al, maar ook heel 2013 en het begin van dit jaar waren nog nodig om dat initiatief echt van de grond te krijgen. En we zijn nog niet klaar, want het daaraan gekoppelde SCN kan best nog wat steun gebruiken om hun initiatief aan de Travertijnstraat van de grond te krijgen. De tijd begint daar voor hen nu wel te dringen!
Maar er zijn ook andere voorbeelden. In de Rivierenbuurt was naar tevredenheid een proces van co-creatie doorlopen, maar tot de schrik van de bewoners bleek in deze rekening plotseling de herinrichting van de Vechtstraat op losse schroeven te staan. Het komt mijn fractie vreemd voor dat je eerst in samenspraak een plan maakt voor de herinrichting van een straat, maar dan te elfder ure de uitvoering ervan op losse schroeven zet. We zijn blij dat het college in de commissie heeft toegezegd hier nog eens goed naar te kijken. Juist dit lijkt ons ook een belangrijke casus, want er ligt een stevige ambitie om mensen veel meer invloed te geven op de wijze waarop hun straat wordt ingericht. Meer bomen? Meer speelvoorzieningen? Minder parkeerplaatsen? Of nog weer anders? De coalitie wil die keuze meer en meer aan bewoners laten, en dat is goed.
Voorzitter, al een aantal jaren vraag ik bij de behandeling van de gemeenterekening aandacht voor de prestaties op het gebied van duurzaamheid. Gisteren was in het Dagblad van het Noorden weer precies te lezen waarom dat van zulk groot belang is. In een artikel met de titel 'Geen Elfstedentocht meer, wel wijn van eigen bodem' wordt duidelijk welke grote gevolgen de verwachte klimaatverandering voor Nederland zal hebben. Dit keer is het een rapport van het KNMI, dat wederom aantoont dat de klimaatverandering reëel is en doorzet. In 2050 stijgt de gemiddelde temperatuur met een aantal graden, de zeespiegel kan tot 40 cm hoger komen te liggen en misschien wel het meest veelzeggende voorbeeld: waar nu de kans op een Elfstedentocht nog 15% is, zal dat in het zwartste scenario 0,2% zijn. De Noorderrondritten kunnen we dus wel helemaal op onze buik schrijven. De klimaatverandering heeft ook voor een grote stad als Groningen directe gevolgen: extremere regenbuien zullen tot wateroverlast, overbelaste riolen en overlopende waterbergingen leiden. En de zomers worden dusdanig warmer en langer dat de temperatuur 's nachts amper onder de 20 graden zal zakken, met hittestress als gevolg. Meer ruimte voor water, meer groene daken en meer groen in de stad zijn niet alleen maar leuk of luxe, maar ze zijn vooral ook noodzakelijk.
Terugkijkend over 2013 had de inspanning hoger gemogen, want het is dus geen spielerei of een hobbyproject van GroenLinksers. Het raakt ons allemaal, het is een grote opgave en de tijd dringt om de juiste maatregelen te treffen en nog iets te doen om de grootste problemen als gevolg van de klimaatverandering op te vangen. Een vraagstuk dat vooral op wereldschaal, in Europees verband en op nationaal niveau moet worden aangepakt, maar dat ook voor een stad als Groningen een belangrijke opgave betekent om een antwoord te formuleren. Al geruime tijd stelt onze gemeente zich ten doel om per 2035 energieneutraal te zijn. Er zijn zeker goede stappen gezet, bijvoorbeeld door het oprichten van de GRESCO en door samen met het waterbedrijf Warmtestad te beginnen. En op meer terreinen is er aan de weg getimmerd. Toch stelt het college in de paragraaf duurzaamheid van de rekening dat in het huidige tempo van maatregelen het doel van energieneutraliteit niet gehaald wordt. Dat is voor mijn fractie een bittere constatering en gelukkig wordt het ook niet een voldongen feit. In het coalitieakkoord zijn miljoenen extra voor de komende collegeperiode beschikbaar voor duurzaamheid. Het moet een tandje hoger en het kan dus ook. En gelukkig heeft het college in de commissie ook toegezegd te bezien welke stappen en welke aanpassingen nodig zijn in de komende vier jaar om in 2035 het doel van een energieneutrale stad Groningen te bereiken.
Graag blijf ik nog even stilstaan bij het project Groningen Woont Slim, dat eerder Eerste Hulp Bij Energiebesparing heette. De doelstelling om in de bestaande bouw energiebesparing toe te passen is goed, ook omdat we weten dat dat met name in het particuliere woningbezit een nogal lastige materie is. Maar hoe dat doel bereikt gaat worden en hoe het er inmiddels, halverwege de looptijd van het project, eigenlijk voor staat, blijft onhelder. Doelstelling is namelijk dat er in totaal 15.000 klantbewegingen gerealiseerd zouden moeten worden, waarbij klanten door verschillende fasen heen begeleid worden naar een energiezuinig huis. Maar wat betekent dat nu concreet? Hoeveel isolatie wordt er aangebracht? Hoeveel zuinige ketels worden aangeschaft? Hoeveel ledlampen worden er geplaatst? Wij vragen het college om hierover snel meer duidelijkheid te geven. Hoe staan we er voor, en welke doelen hebben we straks concreet behaald aan het einde van het project? Graag een reactie. Dat mag nu, maar liever schriftelijk en uitgebreider.
Tot slot nog een tweetal onderwerpen waar mijn fractie in de commissies ook al aandacht voor vroeg. Het eerste betreft huiselijk geweld. Bij het werkbezoek aan de politie kon de raad horen dat dat nog altijd een groot vraagstuk is, waar onvoldoende verbetering in lijkt op te treden. Het valt daarbij op dat in gevallen van huiselijk geweld nog altijd relatief weinig gebruik wordt gemaakt van huisverboden, terwijl het een effectief middel blijkt te zijn om later huiselijk geweld te voorkomen. We snappen dat het een zwaar middel is, maar toch wil mijn fractie meer te weten komen over de toepassing van huisverboden en hoe die mogelijk een grotere rol kunnen spelen in de bestrijding van huiselijk geweld. Wij dienen daarover een motie in.
Het andere onderwerp is de publieke dienstverlening. In de commissie ontstond een discussie over de cijfers op dat gebied. De snelheid en de beantwoording van vragen zowel aan loketten, telefonisch als in mails en brieven vallen tegen. En achteraf kwam ik met andere raadsleden tot de conclusie dat we eigenlijk weinig zicht hebben op de stand van zaken, de doelstellingen en de aanpak van de publieke dienstverlening. Graag hoor ik van het college hoe het ervoor staat en wanneer de raad weer eens uitgebreider van gedachten kan wisselen over dit onderwerp, op basis van aanvullende informatie.