Door Corry Diertens

GroenLinks is in wezen warm pleitbezorger in het betrekken van burgers, maar binnen de partij horen we ook kritische geluiden. Tijd om dit thema eens binnenste buiten te keren. Gastsprekers Annemarie Kok (publicist, onderzoeker) en Marc Pauly (onderzoeker) hebben hierin hun eigen -tegengestelde - opvattingen wat een mooie discussie opleverde. Annemarie Kok is zeer kritisch en Marc Pauly ziet vooral kansen. Met Raadslid Hans Sietsma werd de avond besloten met de GroenLinks overwegingen en standpunten in het referendum als vorm van burgerparticipatie. Het Gesprek had dit keer ruim 15 deelnemers en gespreksleider was Hans-Paul Klijnsma.

Annemarie Kok heeft een helder beeld hoe zeggenschap van burgers in politieke kwesties wat haar betreft voldoende in ons representatieve systeem verankerd is. Ze heeft daarom moeite met het enthousiasme van onder anderen GroenLinks om buiten het parlementaire stelsel allerlei andere vormen van beïnvloeding door burgers te organiseren. Ze ziet bij veel gemeentes op maatschappelijk en bestuurlijk terrein, maar ook in het sociale domein steeds meer georganiseerde vormen van zeggenschap door de burger ontstaan. In een aantal gemeentes worden burgers zelfs actief betrokken bij het opstellen van beleid, met als overtuiging dat de kwaliteit van het beleid daarmee sterk verbeterd of dat onvrede over de politiek verminderd.

Annemarie Kok ziet hierin een aantal belangrijke bezwaren. Ons representatieve systeem is gebaseerd op diegenen die als vertegenwoordigers zijn gekozen op basis van hun visie en politieke standpunten. Deze bestuurders moeten met elkaar afstemmen, waar mogelijk consensus zoeken en compromissen sluiten waarbij ze als representant van een politieke visie optreden. Het is dan soms stuitend te zien hoe besluiten die op deze manier tot stand komen aan burgers worden voorgelegd vanuit de idee dat zij de kwaliteit van het besluit kunnen verbeteren. Medezeggenschap leidt vaak tot sociale ongelijkheid, onduidelijkheid en frustratie, terwijl het soms gewoon regels zijn die dingen tegen houden. Allerlei initiatieven - zoals in Groningen de G1000 in 2015 – zijn een jaar later in het niets geëindigd en worden ook niet herhaald. Wat Annemarie betreft is het de stembus waar de keuze wordt gemaakt. Participatie is wat haar betreft voldoende ingebed in het huidige systeem waarin plannen ingediend kunnen worden, partijen opgericht kunnen worden etc.

Marc Pauly ziet wel degelijk mogelijkheden om meer zeggenschap bij de burger te leggen en hij is daar ook groot voorstander van. Deliberatieve democratie is een vorm, waarin het belang van discussie voorop staat. Meerdere landen, met Zwitserland als bekendste, experimenteren met vormen van directe burgerparticipatie. Iedereen, alle lagen van de bevolking, nemen er aan deel. Om te kunnen slagen is een aantal voorwaarden van belang: inclusiviteit, transparantie, bevorderen van weloverwogen meningsvorming en daadwerkelijke invloed. In Zwitserland, maar ook in België en in Ierland bij het referendum over abortus is veel ervaring opgedaan met directe burgerparticipatie. Om inclusiviteit te waarborgen zal deelname door loting en niet door verkiezing moeten plaatsvinden. Wat Marc Pauly betreft is het geen vervanging voor het representatieve stelsel maar wel een aanvuling. Tijd is een belangrijke factor, je hebt een lange adem nodig om drempels weg te halen, inclusief te werken, begrip voor elkaar te kweken, begrip voor de complexiteit van de belangenafweging en proberen tegelijkertijd reële verwachtingen voor ogen te houden. Deze trajecten kosten tijd en geld en dat maakt sommige onderwerpen niet geschikt

Annemarie hecht net als Marc ook belang aan goede gesprekken tussen bestuurders en burgers en tussen burgers onderling, maar vindt het niet van belang dat er direct iets mee wordt gedaan, dat er direct een resultaat uit voortkomt. Beter is het erop te vertrouwen dat bestuurders hoe dan ook luisteren en hier wijzer van worden om tot de juiste besluitvorming te komen. De vraag bij een burgerberaad is toch wie het laatste woord heeft, kan de politiek dan nog ingaan tegen de wens van de burger. Zo nee wat is dan nog de functie van de bestuurders/volksvertegenwoordigers? Marc Pauly ziet juist als gevolg hiervan meer een machtsbalans ontstaan. De vraag is hoe je de systemen in elkaar past. Het levert wat hem betreft wel meer wisselwerking en controle op. In samenwerking tussen raadsleden en wijkraad kan het raadslid de argumenten en lastige belangenafweging duidelijk maken. Het moet wel vooraf duidelijk zijn welke zeggenschap waar ligt. Loting zorgt ervoor dat belangen niet de overhand krijgen en dat niet (alleen) actievelingen deelnemen.

Ter afsluiting bespreekt Hans Sietsma de ontwikkelingen in de referendumverordening. Hans licht toe dat het besluitvormend referendum het niet heeft gehaald in de raad. Ook was de fractie hier niet eensgezind over in haar meningsvorming. Hij licht de voor-en nadelen toe. Vraag is of het referendum nationaal of lokaal wordt ingezet. Als belangrijk nadeel wordt gezien dat leiders die inspelen op emotie er vooral gebruik van maken. We hebben in Nederland bij het Oekraïne referendum zelfs gezien dat er een pervers effect ontstond, tegenstemmers wilden de opkomstdrempel halen, voorstemmers stemden niet om de opkomstdrempel juist niet te halen. Quorum zou volgens Hans niet moeten zijn hoeveel er meedoen maar wat de meerderheid is. Hans constateert vervolgens dat als de opkomst laag is er geen groot belang mee gemoeid is. Verder lijkt vooral het correctief referendum te kunnen werken. Van belang zou zijn dat voordat een besluitvormend referendum zal plaatsvinden er een structuur is georganiseerd waarbinnen de discussie over het te stemmen onderwerp aangegaan kan worden tussen burgers zodat voorkomen wordt dat er alleen op basis van de spreekwoordelijke onderbuik wordt gestemd.

Het Gesprek wordt vervolgd op donderdag 22 oktober 20.00 uur met als onderwerp de Woningmarkt.