Verslag door Corry Diertens.
Jan Dirk Gardenier heeft veel onderzoek naar armoede gedaan vanuit cultureel antropologisch perspectief. Gardenier heeft een achtergrond in de bijzondere combinatie van godsdienstwetenschappen en bedrijfskunde en vanuit die achtergrond begon hij dan ook als vanzelfsprekend met een beleidsonderzoek naar armoede. Maar hij kwam er al snel achter dat dit een veel te abstracte benadering is. Het leek hem vervolgens beter om te kijken naar de mens in verhouding tot de instituties, want armoede is geen gebrek aan karakter, maar een gebrek aan geld. En te weinig geld leidt al snel tot minder mogelijkheden, minder sociale contacten, meer eenzaamheid en een minder gezond leven.
Armoede is op zich een eeuwenoud probleem. Het leek ooit opgelost, volgens sommigen, maar dat bleek een illusie. De conclusie van Jan Dirk is dan ook dat er geen homogene groep ‘armen’ is, want het treft niet iedereen gelijk. Armoedebeleid van gemeentes lijkt weinig impact te hebben. Mensen willen vooral serieus genomen worden, maar er is ook altijd meteen sprake van een machtsverhouding/afhankelijkheidsverhouding: men wil bijvoorbeeld bankgegevens, hetgeen een aantasting van de autonomie betekent. Hulp blijkt nogal ingewikkeld te zijn, veel organisaties zijn betrokken en dat maakt het weinig overzichtelijk. Er is ook niet één oorzaak voor armoede. Het is vrijwel altijd een combinatie van factoren: relationeel, maatschappelijk, ziekte, werk, schulden. En niemand stort zich expres in armoede. Zelfredzaamheid dient voorop te staan. Uiteraard is zelfredzaamheid begrensd, maar in welke mate men zelfredzaam is moet iemand zelf aan kunnen geven. Wat bij armoedebestrijding wel werkt is een vorm van wederkerigheid; in welke mate is iemand bereid tot het doen van offers om het eigen leven weer op de rit te krijgen. Maar een hindernis hierbij is dat mensen hun geschiedenis hebben, terwijl de gemeente bezig is met hun toekomst. Dit levert vaak spraakverwarring op. We moeten erkennen dat onze inrichting van de samenleving en de economie mensen arm kan maken. Hoe hiermee om te gaan en hoe de welvaart eerlijker te verdelen zou het uitgangspunt moeten zijn. We krijgen wat leestips van Jan Dirk: Alleen met de goden maar ook andere boeken van Alex Boogers en o.a. Utopia of rules van David Graeber.
Ralf Embrechts, mede-oprichter van Quiet, werkt als directeur van stichting MOM (Maatschappelijke OntwikkelingsMaatschappij) in Tilburg en is daar naar eigen zeggen de luis in de pels van zo’n 12 organisaties, waaronder wooncorporaties en het welzijnswerk. Het gaat hem daarbij om het ontwikkelen van een andere manier van denken. Vanuit deze ‘andere manier van denken’ heeft hij Quiet opgericht. Sinds een aantal jaren heeft Quiet ook een afdeling in Groningen. Armoede is wat hem betreft een tekort aan geld en een tekort aan meedoen, wat een fatale combinatie blijkt. De gemeentelijk Bijstand kent 23 regelingen met veel regeltjes, die allemaal gericht zijn op controle en verplichtingen. Bij alle regels is sprake van een ingebakken wantrouwen en dat zit eigenlijk ook in ons allemaal als mens. Er is een verplichting om te solliciteren, terwijl er geen geschikte banen zijn. Er wordt geduwd op uitstroom, maar de vraag is of werk of uitstroom het enige moet zijn dat telt. Onvoorwaardelijke bestaanszekerheid is wat Ralf betreft van het grootste belang. We hebben nu een ‘mij-’ in plaats van een ‘wij-samenleving’. Mensen zijn zogenaamd ‘klant’ bij de Sociale Dienst alsof er een keuze is. Omzien naar elkaar lijkt verdwenen, maar misschien helpt Corona wel om dit wat terug te vinden.
Ralf Embrechts wil naar een samenleving gebaseerd op vertrouwen, want vertrouwen geven = vertrouwen krijgen. Belangrijk in de armoedeproblematiek is oprechte aandacht, goeie gesprekken, niet oordelen. Het systeem is te veel gebaseerd op doorverwijzen dat leidt tot anonimiteit en koude bureaucratie. Ralf streeft naar een ‘warme overdacht’; één hulpverlener tegelijk met een soort APK bij live events als geboorte, scheiding, ziekte etc. Kritiek heeft hij op de AVG als gestold wantrouwen, hij wil dat de zorgplicht voor AVG gaat. Maar ook een vaste incassodag van abonnementen als Ziggo zou helpen.
Quiet is ooit begonnen als parodie op de Quote 500, maar inmiddels zijn grote en kleine ondernemers betrokken om mee te denken waar en hoe armoede verzacht kan worden. Ondernemers worden niet zozeer gevraagd om geld, maar om te doen waar ze goed in zijn: ondernemen en anders denken en ze willen hun talenten graag inzetten. Waar het in de Quiet-communities om gaat is vertellen, verzachten en versterken. Mensen voelen zich weer gezien en de eigen talenten kunnen weer worden ingezet. Er is geen controle of mensen die zich aanmelden wel arm zijn, vertrouwen en verbinden is wat telt. Mensen voelen zich weer van waarde voor een ander. De Quiet-beweging kan gezien worden als ‘nieuwerwetse’ solidariteit; mensen die het goed hebben helpen mensen die het goed kunnen gebruiken, gebaseerd op wederkerigheid en vertrouwen.
Vragen vanuit de deelnemers:
De leestips van Jan Dirk Gardenier betreft o.a. een Amerikaanse schrijver. Verschilt de Amerikaanse situatie sterk van de Nederlandse?
Volgens Jan Dirk verschilt de situatie inderdaad sterk. In de VS treedt armoede veel eerder op en is ook veel scherper. De Amerikaanse samenleving is meedogenlozer en harder. Maar let wel, het kan ons voorland zijn. Alex Boogers schrijft vanuit iemand die hier in armoede is opgegroeid en hij maakt het mogelijk om dit echt in te voelen.
Ralf Embrechts vult aan dat de voedselbank in Nederland al een industrie is geworden in de 20 jaar van haar bestaan. We kunnen wel leren van het ‘open hiring’-systeem in de VS: aan het werk zonder sollicitatiegesprek of CV. Dit lijkt succesvol en in Nederland wordt er hier en daar ook al mee geëxperimenteerd.
Waarin verschilt Quiet van liefdadigheid?
Ralf Embrechts geeft toe dat het inderdaad een vorm van liefdadigheid is, maar wel een vorm waarin schaamte minder speelt. Hans-Paul Klijnsma heeft bij liefdadigheid de associatie dat het willekeur is, en vraagt zich af hoe mensen bij Quiet terechtkomen. Ralf Embrechts legt uit dat vrijwilligers naar plekken gaan om het verhaal te vertellen en mensen maken zelf de afweging of ze mee willen doen. Er is geen controle of ze wel tot de doelgroep behoren en dat leidt tot meer gelijkwaardigheid.
Hoeveel vertrouwen, kijkend naar de huidige toeslagaffaire, is nodig?
Ralf Embrechts stelt dat er geen beperking is: 100% of niet. Vertrouwen loont, zelfs bij het bedrijfsleven wordt het al gehanteerd, bv Interpolis.
Bij Corona gaan er nu vele laatjes open, die eerder hardnekkig gesloten bleven. Is er misschien een schok nodig om het systeem anders te krijgen?
Jan Dirk Gardenier stelt dat we ons misschien niet meer zo aan de regels moeten willen houden. Als je mensen vertrouwt, kun je ook uitzonderingen maken. Met maatwerk, met ogenschijnlijke willekeur, is niks mis.
Als raadslid heeft Nick Nieuwenhuijsen het sociaal domein en dus ook armoede in zijn portefeuille. Hij constateert na 2 jaar lidmaatschap van de raad dat je als gemeente wel iets kan bereiken, maar dat je ook sterk afhankelijk bent van het landelijke beleid. Er is 16 tot 18 miljoen per jaar beschikbaar voor armoede en armoedebestrijding. Volgens Nick is een cultuurverandering noodzakelijk. Oud-wethouder Matthias Gijsbertsen heeft in Den Haag een krachtige lobby gevoerd om grenzen in het controlerende beleid zo ver mogelijk op te rekken, om vertrouwen en aandacht te krijgen, om mensen te zien in hun context, om een cultuurverandering voor elkaar te krijgen. Op gemeentelijk niveau is het tekort op het Sociaal Domein groot, je wordt er bijna moedeloos van. Wethouders protesteren en dat is echt nodig. Nick staat regelmatig stil bij de vraag wat hij als raadslid kan doen gegeven de enorme druk op de budgetten en de bezuinigingen. Hij heeft nog niet echt een antwoord.
Hans-Paul Klijnsma vraagt of het mogelijk zou zijn de grootste gemeenten het voortouw te laten nemen om het roer om te gooien. Nick zou dat zeker toejuichen. Het huidige systeem is niet zinvol, de Participatiewet kan alleen maar tijdelijk zijn, want die gaat er van uit dat iedereen uiteindelijk aan het werk komt. Dat is een nogal vreemd uitgangspunt. Het lijkt een neo-liberaal succesverhaal te moeten worden. We zouden weer goed moeten nadenken over het basisinkomen.
Ralf Embrechts vult aan dat het bezwaar dat ander beleid te veel geld zou kosten door de Coronacrisis onderuit wordt gehaald. Er wordt zomaar 20 miljard uitgetrokken om Coronaschade bij bedrijven te beperken. Volgens Embrechts zou er een onvoorwaardelijk basisinkomen moeten komen. Hier zijn ook experimenten meegedaan, maar vanuit Den Haag werden die steeds weer wat ingeperkt. Ongehoorzame wethouders zou in dit verband ook goed zijn. Maatwerk is per definitie ‘oneerlijk’, maar is wel van belang. Wethouders moeten op deze manier langs de rand van wat kan en mag durven te balanceren.
Wethouder Isabelle Diks is het hier hartgrondig mee eens en wil graag buiten de lijntjes kleuren. In Groningen wil zij het armoedevraagstuk inter-generationeel en veel fundamenteler aanpakken. Dan maar ruzie met Den Haag. Groningen heeft een hoog aantal burgers in de armoede. Eigenlijk is dat gewoon onbeschaafd in een welvarend en schatrijk land en een welvarende stad. Het is ook aan de raad voorgelegd dat we anders moeten opereren; de gemeente is gewend aan structuren, aan regelingen, met alleen wat kleine bewegingen in de marge, er is echter een fundamentelere aanpassing nodig. Het hebben van betaald werk wordt nu gezien als de heilige graal, maar dat is een rare kijk op de wereld in een maatschappij die tegelijk vindt dat veel belangrijk werk geen geld mag kosten. In Groningen wordt veel maatwerk geleverd vanuit de gedachte dat er geen mens in dezelfde situatie verkeert.
Hans-Paul dankt de gastsprekers voor hun inspirerende inleidingen en sluit de bijeenkomst af met de uitsmijter dat hij persoonlijk van mening is dat alle uitkeringen omhoog moeten: we moeten uitgaan van mensen en niet van regelingen.