De grote klappen van de economische crisis vallen inmiddels ook in Groningen. Net als veel andere gemeenten wordt de gemeente Groningen geconfronteerd met grote tekorten en risico’s. Die zijn voor het overgrote deel het gevolg van de tegenvallende belangstelling voor woningen en bedrijventerreinen. Deze week besprak de gemeenteraadscommissie de laatste financiële stand van zaken; een aantal raadsleden toonde zich verbaasd over de cijfers. Dat laatste is opmerkelijk. Zeker, het gaat om ontzettend veel geld, maar een verrássing kan het niet zijn geweest. Niet voor wie zich bewust is van de crisis waarin we verkeren en voor wie de raadsdebatten heeft gevolgd. De getallen die deze week werden besproken, waren grotendeels de optelsom van dossiers in de afgelopen maanden: Meerstad en het Groninger Museum bijvoorbeeld. Niettemin ligt er een forse opgave. De vraag is niet óf we die opgave aankunnen, maar hóe we dat gaan doen. Politieke keuzes zijn noodzakelijk. Net als meer zelfvertrouwen.
Sinds 2010 is inmiddels 45 miljoen euro aan jaarlijkse(!) bezuinigingen gevonden en deels al ingevoerd. De gemeentelijke organisatie merkt daar de gevolgen van, maar in de stad blijven de voorzieningen in stand. Gemeentelijke budgetten voor sociaal beleid, welzijn, veiligheid en cultuur zijn overeind gebleven en zelfs aangevuld om rijksbezuinigingen te compenseren. Geen geringe prestatie. Nu moet de gemeente op zoek naar een eenmalig bedrag van meer dan 100 miljoen euro, waarvan 33 miljoen euro nog dit jaar gevonden moet worden..
De grootste vergissing die het stadsbestuur tijdens die zoektocht kan maken is de rekening door te schuiven naar de toekomst. De stadspolitiek is aan stad en regio verschuldigd dat ook over tien jaar de voorzieningen in Groningen van goede kwaliteit zijn. Ik noem met nadruk ook de regio. Het belang van steden in Nederland neemt zienderogen toe. Waar landelijke gebieden krimpen, neemt de bevolking in de steden toe. Voorzieningen in de provincie komen onder druk te staan en het verzorgingsgebied van de stad, in Groningen en elders, wordt daardoor groter. Een gezonde economische ontwikkeling van Groningen-Stad is van levensbelang voor gemeente en provincie.
Het gemeentebestuur zal dus op zoek moeten gaan naar bezuinigingen die de economische en sociale ontwikkeling van de stad op de lange termijn zo min mogelijk schaden. Daarbij komt dat de meest kwetsbaren nooit de dupe mogen worden van de economische crisis.GroenLinks staat pal voor de sociale voorzieningen in de stad.
Waar moet het geld dan vandaan komen? Voorlopig hoor ik de oppositie zijn nek nog niet uitsteken door voorstellen te doen, al wordt door sommigen de Regiotram genoemd waarover eind dit jaar besluitvorming plaatsvindt. Afgezien van het feit dat dat project al volledig financieel gedekt is (anders dan Swaak donderdag in deze krant schreef) en nooit de oplossing voor de ‘vraag van 100 miljoen’ kan zijn, zou schrappen van de tram tot grote problemen over vijf tot tien jaar leiden. Er is nu immers geld beschikbaar voor een oplossing van het bereikbaarheidsvraagstuk van stad en regio, met co-financiering van Rijk en provincie. Wie nu niets doet en de gemaakte afspraken met andere overheden verbreekt, houdt een duur bussysteem en een dringend bereikbaarheidsvraagstuk over én de grote vraag waar het geld voor een oplossing vandaan moet komen. Die rekening wil GroenLinks als het even kan niet doorschuiven.
Fasering van andere projecten in de stad en aanvullende bezuinigingen zijn mogelijk. Vorige maand nog stemde de raad met één tegenstem in met een aanvullend bezuinigingspakket. Maatregelen die niet leuk zijn, maar die de publieke voorzieningen en lange termijn-ontwikkeling van de stad nauwelijks schaden. Een andere optie is lastenverzwaring. Verhoging van de ozb met een paar euro per jaar treft nauwelijks mensen met lagere inkomens en heeft een grote jaarlijkse opbrengst. Een stad die armoede bestrijdt, werkgelegenheid stimuleert, de toekomst van de stad bewaakt en een duurzame economie ontwikkelt, is veel waard.
In het laatste decennium zijn in Nederland helaas de veronderstellingen ontstaan dat niets doen beter is dan iets doen, dat idealisme en naïviteit hand in hand gaan en dat negatief denken getuigt van gezond verstand. Maar al te veel progressieve politici hebben zich door deze heilloze gedachtestroom mee laten voeren. Maar er is geen enkele goede reden voor. Investeren in stedelijke ontwikkeling is het tegenovergestelde van geld verspillen. Het is de enige verantwoordelijke koers voor de toekomst van de stad.
Mattias Gijsbertsen
Fractievoorzitter GroenLinks Groningen-Stad
(iets gewijzigd gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden van 19 maart 2012)