Door onze campaigner Floor Olijve. Wat is er toch veel mogelijk als je in gesprek blijft gaan. Deze zaterdag worden we in Helpman begeleid door een sprankelend lentezonnetje wanneer ik bij een appartementencomplex aan de Van Iddekingeweg op de bel van de intercom druk. Ik wil al bijna weer verder lopen wanneer de zoemer klinkt, en even later sta ik in een wat kale betonnen gang, voor de deur bij een schuchtere meneer van een jaar of zestig. 

Even schrik ik van zijn getekende gezicht en eeltige handen die maar niet ophouden met trillen, maar dan kijk ik in zijn blauwe pretoogjes en schenkt hij me een glimlach waarmee hij ongetwijfeld aardig wat harten op hol heeft doen slaan in zijn tijd.

Hij is stratenmaker, zo vertelt hij. Zijn blauwe ogen beginnen te twinkelen wanneer hij me uitlegt welke legtechnieken er zijn en me vertelt dat hij laatst eindelijk weer een opdrachtje had: hij mocht bij een jong stel een terrasje leggen in hun volkstuintje. Ooit heeft hij SPW gedaan en zijn vrouw is schoonmaakster bij een grote overheidsinstelling. Het studiebolletje van het gezin was zijn broer, die kon zo goed leren dat hij uiteindelijk zelfs gepromoveerd is in de natuurkunde. Dat hij het zeker niet breed heeft stoort hem niet want hij heeft tenminste nog een huis, de laatste jaren zag hij veel van zijn vrienden afglijden: baan kwijtgeraakt, huis, en zo uiteindelijk in de goot beland. Gelukkig heeft hij dat nog niet mee hoeven maken. Zijn enige wens is dat zijn dochter van dertien dezelfde kans zal krijgen als zijn broer. De kans om door te leren.

Ik vertel hem dat ik geloof dat de dingen die ik heb bereikt alleen maar mogelijk waren omdat ik daar ook de kansen voor heb gekregen. Dat ik het vreselijk vind dat hij zich afvraagt of dit nog wel mogelijk gaat zijn voor zijn dochter. Allebei hopen we dat er straks een kabinet komt dat oog heeft voor al die mensen die heel graag willen, maar simpelweg de middelen niet hebben om het te kunnen betalen. En dat we niet tegenover elkaar hoeven te staan, als we maar gewoon naar elkaar blijven luisteren.

Wanneer ik even later naar buiten loop en daar de straat groen zie kleuren, met onze steeds maar groter wordende groep fanatiekelingen in felgroene jasjes, besef ik weer hoe nodig het is wat we hier aan het doen zijn. Maar we zijn er nog niet: Groenlinks gaat iedereen, elke stem en elke zetel nodig hebben om straks echt wat te veranderen. De ongelofelijke en hartverwarmende steun waarmee we overal in Groningen worden ontvangen, van jong tot oud, in welke wijk we ook komen, die maakt dat ik het zonnig inzie. Op naar 15 maart!