Zo’n vijf jaar geleden vatten mijn toenmalige buurman en ik het plan op om het kale grasveldje in onze buurt om te toveren tot een buurtboomgaard. We dachten dat we door de boomgaard onze buurtgenoten beter zouden leren kennen en stiekem hoopten we natuurlijk op zwoele zomeravonden waar we ons met de buren tegoed deden aan eigengemaakte appelwijn, appeltaart of gewoon zelf meegenomen rosé. We namen contact op met Laurens Stiekema van de gemeente en met de Eetbare Stad en nu is mijn wijk de gelukkige eigenaar van tientallen fruit- en notenbomen. En de zwoele zomeravonden zijn er ook gekomen.  

Ik moest daar aan denken toen ik voor afgelopen woensdag het onderwerp voedsel  agendeerde. De gemeente onderschrijft het belang van het thema voedsel. Lokaal geproduceerd biologisch voedsel leidt immers tot minder gesleep met voedsel en daardoor een lagere CO2 footprint. Maar duurzaam voedsel is meer dan dat. Het betekent ook een positieve impact op de gezondheid, op de sociale cohesie (zie mijn eigen voorbeeld hierboven) en op de economie. Inmiddels is Groningen met 80 buurtinitiatieven de meest eetbare stad van Nederland geworden. Een soort sprookje van Hans en Grietje dus.

De gemeente Groningen kent een voedselvisie waar dit ook naar voren komt. Om initiatieven op het gebied van voedsel te ondersteunen is in November de eerste Groene Peper uitgereikt aan de Wortel van Vier.

GroenLinks vindt het thema voedsel ook erg belangrijk. Wat ons betreft blijft het onderwerp de volle aandacht krijgen. Niet alleen door initiatieven van onderop maar ook door de gemeente als een van de initiatiefnemers. Een mooi voorbeeld hiervan is het project Reframe. Het doel van Reframe is het ontwikkelen en uitbreiden van lokale voedselketens. Wethouder Mattias Gijsbertsen heeft toegezegd om begin volgend jaar de raad te laten weten wat gedaan gaat worden om dit project succesvol te laten zijn.