Na deze zomervakantie staat een belangrijk thema op de agenda van de raad, namelijk het afvalbeleid. Een buitengewoon boeiend onderwerp omdat het heel veel thema’s raakt: milieu, betaalbaarheid, solidariteit en energie. Daarnaast is het ook een thema waar iedere inwoner van Groningen mee te maken heeft.

In januari heeft de raad het college de opdracht gegeven om twee varianten uit te werken, een variant waarbij extra voorzieningen gerealiseerd worden om het zo eenvoudiger te maken om je afval te scheiden en een variant waarbij ook die extra voorzieningen worden gerealiseerd maar daar bovenop niet ieder gelijk huishouden hetzelfde tarief betaalt maar dat dit gedifferentieerd wordt naar hoeveelheid afval dat je aanbiedt, het zogenaamde Diftar systeem. Uiteraard spreken wij over dit onderwerp veel met inwoners en merkten we dat het veel onduidelijkheid oproept. Aan de hand van acht veel gestelde vragen ga ik in op de standpunten van GroenLinks. 

1. Waarom moet er een nieuw afvalbeleid komen? 

Daar zijn diverse redenen voor. Het technische antwoord is dat na de herindeling de gemeente verplicht is om de tarieven overal te harmoniseren. Haren kent een systeem waarbij per kilo afval wordt betaald, Ten Boer en Groningen een systeem waar iedereen hetzelfde betaalt. Vasthouden aan verschillende systemen mag niet. Voor GroenLinks is echter ook het milieu een belangrijke, inhoudelijke reden om het oude systeem goed tegen het licht te houden. Op dit moment gaat zo’n 150 kilo afval per persoon per jaar naar de verbrandingsoven. Tegelijkertijd zien we dat in een rap tempo onze natuurlijke grondstoffen uitgeput raken. En dat terwijl afval prima te hergebruiken is. Onze economie moet circulair worden. Al het afval moet terugkeren in de keten. Afval is grondstof. Om die reden heeft het rijk de doelstelling vastgelegd in het programma VANG (Van Afval Naar Grondstof).  Alle gemeenten moeten dit jaar 75% hergebruiken en maximaal 100kg restafval per persoon hebben. Een enorme kluif. Op dit moment is het percentage hergebruik in de voormalige gemeente Ten Boer 68%, Groningen 58% en Haren 70%. Uiteindelijk wil de gemeente Groningen in 2030 afvalvrij zijn. De afgelopen drie jaren heeft de toenmalige gemeente Groningen ingezet op het uitbreiden van de mogelijkheden om het afval weg te brengen en op een voorlichtingscampagne. Die inspanningen hebben geleid tot een toename van de scheiding van 58 naar 59%. De gemeente Haren kent een systeem waarbij inwoners beloond worden voor het scheiden. Daar zien we een scheidingspercentage van 70%. En dat is een trend die we door heel Nederland zien. Er is geen systeem denkbaar waarbij we de beoogde doelstellingen halen zonder dat hier een financiële prikkel aan gekoppeld is. Daarom is GroenLinks voor een systeem van Diftar. 

2. Ga ik nou straks meer of minder betalen voor mijn afvalstoffenheffing?

De buffers bij de gemeente zijn in de loop der jaren opgeraakt. Dat moet aangevuld worden wat consequenties heeft voor de hoogte van de afvalstoffenheffing. Los van welk systeem ingevoerd gaat worden neemt de afvalstoffenheffing het komende jaar toe. Op dit moment wordt jaarlijks vijf miljoen euro aan Gronings huisvuil verbrand dat prima te recyclen was. Je moet dan denken aan textiel, glas, sommige metalen. Dat is sneu geld en dat zou terug moeten gaan naar de Groningers. Dat een financiële prikkel helpt zie je aan de voormalige gemeente Haren. Daar betaalden de inwoners zo’n honderd euro per jaar minder per huishouden aan afvalstoffenheffing dan in de voormalige gemeente Groningen. Geen wonder dat een groot deel van de Harenaren heel graag Diftar wil houden. En niet voor niks hebben ten tijde van de herindeling de gemeente in een bestuursakkoord vastgelegd dat Haren hun geliefde Diftar houdt.  

3. Waarom kunnen we in de voormalige gemeenten Ten Boer en Groningen niet het plastic apart inzamelen? 

Die vraag kan ik me goed voorstellen. Je ziet immers in andere kleine gemeenten dat het plasticafval apart ingezameld wordt. Toch kunnen we dat in Groningen beter niet doen. Dat klinkt paradoxaal omdat we geleerd hebben dat goed scheiden aan de bron het beste is. Groningen is echter gezegend met een bijzonder efficiënte nascheidingsinstallatie. Deze fabriek haalt meer plastic uit het restafval dan inwoners aan de bron scheiden. Uit milieuefficiency is het dus raadzamer het plastic niet apart in te zamelen.  

4. Wat kan ik er nou aan doen hoeveel afval ik produceer? Het is de schuld van de verpakkingsindustrie dat ik zoveel plastic en andere troep krijg. 

Helemaal mee eens. 44% van het plastic dat ooit is geproduceerd is na 2000 gemaakt. Dat is een trend die absoluut moet stoppen. Helaas hebben we daar als gemeente weinig invloed op. Maar wat we kunnen, doen we. Zo is de gemeente Groningen lid van de statiegeldalliantie die streeft naar invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes en blik. Dit naar aanleiding van een motie, waar ook GroenLinks initiatiefnemer van was. Het Rijk heeft afspraken gemaakt met de verpakkingsindustrie maar die gaan wat GroenLinks betreft niet ver genoeg. Onze collega’s in Den Haag zetten zich in om de groene ambities te vergroten. 

5. Toch niet iedereen heeft dezelfde mogelijkheden om te scheiden?  

Dat klopt ook. Mensen in de buitenwijken en in de dorpen hebben vaak drie kliko’s in de tuin staan terwijl mensen in de binnenstad hun afval naar ondergrondse containers brengen. Als je moeilijk ter been bent of medische problemen hebt dan lijk je met Diftar het kind van de rekening te zijn. Belangrijk voor GroenLinks is een maatwerkaanpak. In het voorstel dat binnenkort besproken wordt is voor heel veel doelgroepen hiernaar gezocht. Oudere mensen betalen een lager tarief voor kleinere zakjes, mensen met een medische indicatie kunnen vaker gratis hun afval aanbieden. Helemaal in lijn met de GroenLinkswensen dus. Mensen in de buitenwijken hebben meer mogelijkheid tot scheiden maar produceren ook meer afval omdat ze vaak een tuin hebben. Wat GroenLinks betreft moet het uitgangspunt bij een evt. invoering van Diftar wel zijn dat iedereen die wil scheiden ook de mogelijkheid moet krijgen om te scheiden. Dat betekent dus actief met de wijk in gesprek om te kijken hoe zoveel mogelijk het gft en het restafval aangeboden kan worden. 

6. En wat doen we met het grofvuil? 

Grofvuil is vaak niet eens afval maar materiaal dat prima terug kan keren in kringloopwinkels. Wat overblijft moet nu gebracht worden naar afvalbrengstations. Gratis ophalen zoals we dat eerder kenden lijkt heel aantrekkelijk maar het heeft een belangrijk nadeel: alles gaat in dezelfde vrachtwagen en er wordt niks gescheiden. Dat past niet in een circulaire economie. Om toch meer te faciliteren ziet GroenLinks meer in uitbreiding van het aantal milieustraten. De gemeente brengt dan in jouw straat of wijk een aantal containers waar je gratis je grofvuil, gescheiden, kunt brengen. Hoger scheidingspercentage en minder gesleep naar het afvalbrengstation. Herinvoering van het gratis ophalen van grofvuil zou ook een extra 750 duizend euro per jaar kosten. Dat geld kunnen we beter gebruiken om het scheiden zo goed mogelijk te faciliteren.    

7. Leidt de invoering van Diftar niet tot heel veel zwerfvuil en dumpingen?

Het lijkt aanlokkelijk. Dump je vuilniszak in de struiken en je betaalt een lagere rekening. In de invoeringsperiode van Diftar in andere gemeenten zie je soms dit soort milieudelicten.  GroenLinks is daarom blij met de extra middelen die het college inzet om de handhaving uit te breiden. De ervaring in andere steden is ook dat deze dumpingen na verloop van tijd verdwijnen. 

8. Heeft het nieuwe afvalbeleid invloed op de kwijtscheldingsregeling?

Ja dat heeft 'ie zeker. En daar zijn we trots op. GroenLinks heeft namelijk bij de behandeling van de begroting een motie ingediend waarbij we het college opdracht geven om mensen die in aanmerking komen voor kwijtschelding in plaats van na vijf jaar al na drie jaar een algehele kwijtschelding te geven. Een langgekoesterde wens van GroenLinks. Zo blijkt het afvalbeleid ook nog eens een effectief middel voor armoedebestrijding.  

Kortom: 

De gemeente Groningen moet stappen maken richting een circulaire economie. Afval is geen probleem maar een grondstof. We moeten de landelijke en gemeentelijke doelstellingen serieus nemen en hier een eerlijke financiering aan koppelen. ‘De vervuiler betaalt’ maar liever nog spreken we over ‘De goede scheider wordt beloond'. Diftar is een eerlijker systeem. We betalen ook niet allemaal hetzelfde voor onze gas-, elektriciteits-, telefoon- en waterrekening.